De juridische verankering van onze Zorgcentra na Seksueel Geweld zorgt voor meer stabiliteit en garandeert hun functioneren op lange termijn.
De federale regering wil de werking en financiering van de tien, en binnenkort dertien, Belgische Zorgcentra na Seksueel Geweld (ZSG) wettelijk regelen.
Staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit Marie-Colline Leroy is opgetogen: “Deze wettelijke regeling is het sluitstuk van jaren van hard werk om de ZSG’s in ons land uit te breiden en er een blijvende structuur van te maken. Het is tevens een grote erkenning voor het harde werk van alle werknemers en betrokkenen die zich dag en nacht inzetten om slachtoffers van seksueel geweld zo goed mogelijk op te vangen en verder te helpen. Bovendien kan alle aandacht nu gaan naar de opvang en een grotere bekendheid van de zorgcentra zodat ieder slachtoffer weet dat als zoiets verschrikkelijks zich voordoet, er een plaats is waar die terechtkan.”
- Regering maakte van Belgische ZSG’s een speerpunt in haar beleid tegen geweld op vrouwen
Bij het aantreden van de Vivaldi-regering kende ons land slechts drie ZSG’s. Vandaag zijn er tien. De regering, op aanvuren van de bevoegde staatssecretaris voor Gendergelijkheid en Gelijke Kansen, samen met de ministers van Volksgezondheid, Binnenlandse zaken en Justitie, zag het belangrijke en unieke werk dat geleverd wordt door de ZSG’s onmiddellijk in en heeft zich ingezet om de juiste omkadering en financiering voor de Zorgcentra te voorzien.
Staatssecretaris voor Gelijke Kansen Marie-Colline Leroy: “Tijdens de begrotingsonderhandelingen voor 2024 werd er nog eens zes miljoen euro extra vrijgemaakt om in 2024 drie nieuwe zorgcentra te kunnen openen zodat elk slachtoffer een opvangplaats heeft dichtbij huis. Er volgde een nationale campagne om de zorgcentra bekender te maken. De wet die nu wordt voorbereid is het sluitstuk van dit vastberaden werk, bedoeld om de Belgische ZSG’s structureel te verankeren. Het is een teken van waardering voor het harde werk van de ziekenhuizen, politie en parket-medewerkers om slachtoffers zo goed mogelijk op te vangen en verder te helpen.”
Alexander De Croo, eerste minister: "De strijd tegen seksueel geweld is sinds het begin van deze legislatuur een prioriteit voor de regering en haar verschillende ministers. Gezien de omvang van seksueel geweld in onze samenleving, moet onze steun voor slachtoffers onverminderd zijn. Sinds 2020 zijn er in het hele land Zorgcentra na Seksueel Geweld opgericht met de steun van de federale regering. Het is belangrijk om de Zorgcentra-teams stabiliteit te garanderen. Zij leveren buitengewoon werk. We willen dat slachtoffers weten dat de Zorgcentra, zowel vandaag als in de toekomst, de plek zijn waar ze terecht kunnen na seksueel geweld."
- Gratis opvang van slachtoffers
Een ZSG is een uniek samenwerkingsverband tussen een ziekenhuis, politiediensten en het openbaar ministerie. Het wetsontwerp beschrijft de functies van elke partner in een ZSG, om samen multidisciplinaire zorg voor slachtoffers gratis te garanderen, zonder discriminatie. Dit omvat onder andere medische zorg, een forensisch onderzoek, klinische psychologische ondersteuning, de mogelijkheid om een klacht in te dienen en ondervraagd te worden door een speciaal opgeleide politieagent. Slachtoffers kunnen erop rekenen dat de zorg die ze ontvangen volledig gratis is en mogen tijdens het hele proces worden vergezeld door een steunfiguur naar keuze. Ook de andere rechten van slachtoffers en de bescherming van hun privacy en intimiteit worden in het wetsontwerp geregeld.
Het wetsontwerp definieert ook de soorten seksueel geweld waarop de ZSG’s zich richten en de diensten die worden verleend afhankelijk van de fase waarin het slachtoffer zich bevindt (7 dagen of minder; meer dan 7 dagen en minder dan 30 dagen of meer). Aan slachtoffers wordt gevraagd zich zo snel mogelijk naar de zorgcentra te begeven, zodat ze zo snel mogelijk kunnen worden opgevangen en zodat, indien het slachtoffer dat wenst, zo snel mogelijk de nodige bewijsmaterialen kunnen worden verzameld.
- Meer zekerheid voor de zorgcentra
Ten minste één ZSG per parket kan worden erkend. Het wetsontwerp beschrijft de procedure voor de selectie van de ZSG, de financiering van de verschillende partners en de mogelijkheid om de samenwerking op te schorten als de verplichtingen niet worden nagekomen. De nadere modaliteiten zullen worden vastgelegd in koninklijke besluiten. Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen is verantwoordelijk voor de coördinatie en de evaluatie van de samenwerking van de ZSG’s. Het wetsontwerp regelt ook de verwerking en de bewaring van persoonsgegevens.
- Een grote erkenning voor medewerkers en de noden van de slachtoffers
In 2022 kwamen er 3.287 slachtoffers naar de centra. En dit aantal ligt nog hoger voor 2023 volgens het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. Van januari tot en met oktober dit jaar klopten er al 3.507 personen aan bij een ZSG.
Staatssecretaris Leroy: “Deze onthutsende hoge cijfers, die waarschijnlijk slechts het tipje van de ijsberg zijn, tonen de nood aan van de Belgische Zorgcentra. Ieder slachtoffer van seksueel geweld is er één te veel. Als er slachtoffers vallen, dan moeten die zo professioneel mogelijk worden opgevangen en verder geholpen. Onze Belgische Zorgcentra bieden een uiterst efficiënte samenwerking tussen ziekenhuizen, politie en parket. Deze wettelijke verankering is een grote erkenning voor hun werk en de noden van de slachtoffers. Hiermee zet ons land alweer een grote stap vooruit op het vlak van bestrijding van seksueel geweld, die vooral vrouwen treft.”
Annelies Verlinden, minister van Binnenlandse Zaken: "Slachtoffers van seksueel geweld kunnen er zeker van zijn dat ze op een professionele manier worden opgevangen en geholpen in de op termijn 13 zorgcentra verspreid over het hele land. Dankzij hun gespecialiseerde opleiding leveren bijvoorbeeld ook de zedeninspecteurs van de politie een belangrijke bijdrage in de eerste opvang van slachtoffers wanneer ze zich aanmelden in een zorgcentrum. Met een stevig en wettelijk kader zetten we nu ook de nodige stappen om de structuren en de werking van de zorgcentra te bestendigen.”
Paul Van Tigchelt, minister van Justitie: “Elke dag melden zich meer dan tien slachtoffers van seksueel geweld aan in een van de Zorgcentra na Seksueel Geweld in ons land. Dat zijn schrikwekkende cijfers, ook al weten we dat veel slachtoffers nog geen aangifte durven doen uit angst of schaamte. Toch zien we dat de aangiftegraad stijgt. In de eerste tien maanden van 2023 vonden al meer slachtoffers de weg naar een Zorgcentrum dan in heel 2022. Dankzij de forensische manier van werken verzamelen we nu meer en betere bewijslast om daders te veroordelen. Slachtoffers worden ook beter opgevangen en begeleid. Onze aanpak van seksueel geweld met Zorgcentra werkt en het is een goede zaak dat we dit structureel verankeren in de wet. ”
Frank Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid: “Dit dossier is één van de belangrijkste dossiers van deze legislatuur: het structureel verankeren van onze zorgcentra voor seksueel geweld en daarmee de professionals die hier reeds werken een goede omkadering geven. Helaas blijkt deze zorg heel nodig. Voor de slachtoffers is deze zorg op maat, in een veilige en geborgen omgeving, en op het ritme van de slachtoffers zo belangrijk. Ik ben dan ook heel tevreden dat we een belangrijke stap vooruit zetten met dit wetsontwerp.”
België ratificeerde in 2016 het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, bekend als het Verdrag van Istanbul. De juridische verankering van de Zorgcentra na Seksueel Geweld moet worden gezien in het licht van de verplichtingen die voortvloeien uit het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (het Verdrag van Istanbul), geratificeerd door België in 2016. Artikel 25 van dit Verdrag verplicht lidstaten om centra voor dringende hulp aan slachtoffers van seksueel geweld op te zetten.
Het wetsontwerp dat na een eerste lezing werd goedgekeurd, wordt nu doorgestuurd naar onder meer de Raad van State en de Gegevensbeschermingsautoriteit voor advies.