Persbericht

De juridische verankering van onze Zorgcentra na Seksueel Geweld zorgt voor meer stabiliteit en garandeert hun functioneren op lange termijn

Woensdag 27 maart heeft de commissie Volksgezondheid en Gelijkheid het wetsontwerp om de Belgische Zorgcentra na Seksueel Geweld (ZSG) juridisch te verankeren goedgekeurd. Hiermee wordt het voortbestaan op lange termijn van de Zorgcentra na seksueel geweld verzekerd op vlak van organisatie, financiering en samenwerking tussen de ziekenhuizen, politie en parket.

Staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit Marie-Colline Leroy: “Deze wettelijke regeling is het sluitstuk van jaren van hard werk om de ZSG’s in ons land uit te breiden en er een blijvende structuur van te maken. Het is tevens een grote erkenning voor het harde werk van alle werknemers en betrokkenen die zich dag en nacht inzetten om slachtoffers van seksueel geweld zo goed mogelijk op te vangen en verder te helpen. Bovendien kan alle aandacht nu gaan naar de opvang en een grotere bekendheid van de zorgcentra zodat ieder slachtoffer weet dat als zoiets verschrikkelijks zich voordoet, er een plaats is waar die terechtkan.” 

Een ZSG is een uniek samenwerkingsverband tussen een ziekenhuis, politiediensten en het openbaar ministerie met als doel holistische opvang en zorg te verlenen aan alle slachtoffers van seksueel geweld. Op dit moment telt ons land 10 ZSG’s en de regering maakte bijkomende middelen vrij voor drie nieuwe zorgcentra. Hiermee volbrengt de regering haar belofte: ervoor zorgen dat elk slachtoffer een ZSG kan vinden op minder dan een uur rijden van de woning. Het wetsontwerp dat vandaag gestemd werd, geeft de Belgische ZSG’s een bijkomende rechtszekerheid doordat het de nieuwe aspecten van de ZSG-werking een uitdrukkelijke wettelijke basis geeft.

 

De slachtoffers staan centraal en worden gratis opgevangen

Het wetsontwerp beschrijft de functies van elke partner in een ZSG, om samen multidisciplinaire zorg voor slachtoffers gratis te garanderen, zonder discriminatie. Dit omvat onder andere medische zorg, een forensisch onderzoek, klinische psychologische ondersteuning, de mogelijkheid om een klacht in te dienen en ondervraagd te worden door een speciaal opgeleide politieagent. Slachtoffers kunnen erop rekenen dat de zorg die ze ontvangen volledig gratis is en mogen tijdens het hele proces worden vergezeld door een steunfiguur naar keuze. Ook de andere rechten van slachtoffers en de bescherming van hun privacy, intimiteit en persoonsgegevens worden in het wetsontwerp geregeld. 

Het wetsontwerp definieert ook het seksueel geweld waarop de ZSG’s zich richten en de diensten die worden verleend afhankelijk van de fase waarin het slachtoffer zich bevindt (7 dagen of minder  nadat het seksueel geweld plaatsvond; meer dan 7 dagen en minder dan 30 dagen of meer). Aan slachtoffers wordt gevraagd zich zo snel mogelijk naar de zorgcentra te begeven, zodat ze zo snel mogelijk kunnen worden opgevangen en zodat, indien het slachtoffer dat wenst, zo snel mogelijk de nodige bewijsmaterialen kunnen worden verzameld. Die bewijsmaterialen kunnen dankzij de wet én op vraag van de slachtoffers tot 1 jaar lang bewaard worden, zodat het slachtoffer de tijd krijgt om te beslissen of die al dan niet een klacht wil indienen bij de politie.

 

Meer zekerheid voor de zorgcentra 

Ten minste één ZSG per parket kan worden opgericht. Het wetsontwerp beschrijft de selectie van de ZSG, de definitie en de beschrijving van de vereisten van de verschillende profielen van het personeel van het ZSG, hoe de samenwerking tussen de verschillende diensten verloopt, hoe de nieuwe praktijken waaronder het bewaren van het bewijsmateriaal plaatsvinden, de financiering van de verschillende partners en de mogelijkheid om de samenwerking op te schorten als de verplichtingen niet worden nagekomen. De nadere modaliteiten zullen worden vastgelegd in koninklijke besluiten.

Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen is verantwoordelijk voor de coördinatie en de evaluatie van de samenwerking van de ZSG’s. Het wetsontwerp regelt ook de verwerking en de bewaring van persoonsgegevens. 

 

Regering maakt van Belgische ZSG’s een speerpunt in haar beleid tegen geweld op vrouwen

Bij het aantreden van de Vivaldi-regering kende ons land slechts drie ZSG’s. Vandaag zijn er tien. De regering, op aanvuren van de bevoegde staatssecretaris voor Gendergelijkheid en Gelijke Kansen, samen met de ministers van Volksgezondheid, Binnenlandse zaken en Justitie, zag het belangrijke en unieke werk dat geleverd wordt door de ZSG’s onmiddellijk in en heeft zich ingezet om de juiste omkadering en financiering voor de Zorgcentra te voorzien.  

Tijdens de begrotingsonderhandelingen voor 2024 werd er nog eens zes miljoen euro extra vrijgemaakt om drie nieuwe zorgcentra te kunnen openen zodat elk slachtoffer een opvangplaats heeft dichtbij huis. Er volgde een nationale campagne om de zorgcentra bekender te maken.

 

Een grote erkenning voor medewerkers en de noden van de slachtoffers 

De wet die vandaag gestemd werd, is het sluitstuk van het vastberaden werk van de federale regering  om de Belgische ZSG’s structureel te verankeren. Het is een teken van waardering voor het harde werk van de ziekenhuizen, politie en parketmedewerkers om slachtoffers zo goed mogelijk op te vangen en verder te helpen.”

In 2022 kwamen er 3.287 slachtoffers naar de centra. En dit aantal ligt nog hoger voor 2023 volgens het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. In 2023 klopten er 4226 personen aan bij een ZSG, dat is een stijging van meer dan 28%.

Staatssecretaris Leroy: “Deze onthutsende hoge cijfers, die waarschijnlijk slechts het tipje van de ijsberg zijn, tonen de nood aan van de Belgische Zorgcentra. Ieder slachtoffer van seksueel geweld is er één te veel. Als er slachtoffers vallen, dan moeten die zo professioneel mogelijk worden opgevangen en verder geholpen. Onze Belgische Zorgcentra bieden een uiterst efficiënte samenwerking tussen ziekenhuizen, politie en parket. Deze wettelijke verankering is een grote erkenning voor hun werk en de noden van de slachtoffers. Hiermee zet ons land alweer een grote stap vooruit op het vlak van bestrijding van seksueel geweld, die vooral vrouwen treft.”

Annelies Verlinden, minister van Binnenlandse Zaken: "Slachtoffers van seksueel geweld kunnen er zeker van zijn dat ze op een professionele manier worden opgevangen en geholpen in de op termijn 13 zorgcentra verspreid over het hele land. Dankzij hun gespecialiseerde opleiding leveren bijvoorbeeld ook de zedeninspecteurs van de politie een belangrijke bijdrage in de eerste opvang van slachtoffers wanneer ze zich aanmelden in een zorgcentrum. Met een stevig en wettelijk kader zetten we nu ook de nodige stappen om de structuren en de werking van de zorgcentra te bestendigen.”

Paul Van Tigchelt, minister van Justitie: “Elke dag melden zich meer dan tien slachtoffers van seksueel geweld aan in een van de Zorgcentra na Seksueel Geweld in ons land. Dat zijn schrikwekkende cijfers, ook al weten we dat veel slachtoffers nog geen aangifte durven doen uit angst of schaamte. Toch zien we dat de aangiftegraad stijgt. In de eerste tien maanden van 2023 vonden al meer slachtoffers de weg naar een Zorgcentrum dan in heel 2022. Dankzij de forensische manier van werken verzamelen we nu meer en betere bewijslast om daders te veroordelen. Slachtoffers worden ook beter opgevangen en begeleid. Onze aanpak van seksueel geweld met Zorgcentra werkt en het is een goede zaak dat we dit structureel verankeren in de wet. ”

Frank Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid: “Slachtoffers van seksueel geweld kunnen nu terecht in een zorgcentrum. Daar krijgen ze de zorg die zij nodig hebben in een veilige omgeving. Het structureel verankeren van onze zorgcentra na seksueel geweld zorgt ervoor dat de slachtoffers en de professionals die er werken steeds kunnen rekenen op een goede omkadering. Zo blijft die zorg gegarandeerd. Het is één van de belangrijkste dossiers van deze legislatuur"

De juridische verankering van de Zorgcentra na Seksueel Geweld moet worden gezien in het licht van de verplichtingen die voortvloeien uit het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (het Verdrag van Istanbul), geratificeerd door België in 2016. Artikel 25 van dit Verdrag verplicht lidstaten om centra voor dringende hulp aan slachtoffers van seksueel geweld op te zetten. 

Het wetsontwerp dat na een eerste lezing werd goedgekeurd in de commissie, wordt nu voorgelegd aan het parlement.